N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
ZAP De documentaire After work geeft genoeg om over na te denken. Hoe betrokken ben je bij je baan? Is werk alleen werk als je ervoor betaald wordt? Hoe leuk vind je je werk eigenlijk?
Wie in Zuid-Korea een baan heeft, werkt vaak veertien uur per dag. Beeld VPRO
Laatst hoorde ik iemand voor het eerst in mijn leven gewoon zeggen: „Ik werk niet.” Het was een vrouw van mijn leeftijd die het zei, iets ouder misschien, maar nog lang niet pensioengerechtigd en op het oog ook niet arbeidsongeschikt. Meestal ga je een paar standaardvragen af als je elkaar voor het eerst ontmoet. Waar kom je vandaan, hoe ken je de gastheer, heb je kinderen en dan komt-ie: wat doe je? Die laatste vraag levert misschien nog wel het meeste informatie op. Als je er tenminste van uitgaat dat mensen zich identificeren met wat ze doen. En iets ‘doen’ is in mijn hoofd: werk. Heb je een baas of een bedrijf. Ben je zelfstandig, of heb je een baan. Voor mijn part zit je in between jobs en zelfs als je antwoordt dat je in een burn-out zit, ga ik ervan uit dat je een werkgever hebt of bent.
Maar dat hóeft dus helemaal niet. Kom ik nú achter, na een kleine week werken na de vakantie en alweer doodop. Deze vrouw zei: „Ik hoef voor het geld niet te werken, waarom zou ik het dan doen?” Op die retorische vraag had ik niet 1, 2, 3 een antwoord, dus de documentaire After work van donderdag kwam als geroepen. De Zweeds-Italiaanse regisseur ervan, Erik Gandini, vroeg mensen in vier landen wat werk voor hen betekende.
In Zuid-Korea is werken leven en andersom. Oud-ministers van werkgelegenheid zeggen dat werknemers rustig om zeven uur ’s ochtends beginnen en pas ná de baas naar huis gaan, al is het elf uur ’s avonds. En de volgende dag weer. Koreanen hebben bovengemiddeld vaak maagkanker of een nekhernia en het zelfmoordcijfer onder werkenden is hoog. Om de overwerkmaatschappij in te dammen – naar een 52-urige werkweek – is er een overheidscampagne die werkgevers aanspoort alle computers om zes uur uit te zetten.
Amerikaans onderzoeksbureau Gallup berekende dat wereldwijd één miljard mensen werk hebben. Een baan-baan zeg maar, met een contract, functieomschrijving, een inkomen. Vijftien procent van de werkenden voelt zich betrokken bij zijn of haar baan. Dat is niet hetzelfde als je werk leuk vinden. Je baan leuk of zelfs maar zinvol vinden, is voor weinigen weggelegd. Iets van tevredenheid of voldoening voelen na gedane arbeid is ook al mooi. Maar even; dat betekent dus dat 85 procent van de werkenden werkt voor het geld, maar er geen lol in heeft.
Goudsmid
De vrouw die ik sprak maakte zelf sieraden, maar een goudsmid wilde ze zichzelf niet noemen. Wat de vraag oproept of werk alleen werk is als je ervoor wordt betaald. De omgekeerde kwestie speelt in Koeweit, waar soms twintig mensen één functie uitoefenen – daar is nou eenmaal in de wet vastgelegd dat iedereen recht heeft op een baan. Je krijgt salaris, maar je zit de hele dag op een kantoor te niksen. Is dat nog werk? „Het lijkt een droom, maar is een nachtmerrie”, zegt een Koeweiti die zes jaar ‘ambtenaar’ was. „Ik had geen bureau en geen computer. In de kelder was een ruimte ingericht voor overtollige werknemers zoals ik.” Daar las hij een boek, keek twee à drie films per dag, en verveelde zich bijna letterlijk dood.
In Italië is vrijwillige werkloosheid een fenomeen, volgens socioloog Luca Ricolfi. Een op de drie Italiaanse jongeren heeft geen werk en doet ook geen opleiding of stage. Ze werken niet, omdat er geen noodzaak toe is. Een Italiaans gezin bezit gemiddeld 400.000 euro aan huizen en goederen, en het kinderaantal ligt rond de 1,2. Kwestie van wachten op de erfenis en in de tussentijd ontspannen en feesten.
Ik ben er nog niet helemaal uit met mezelf, maar After work geeft genoeg om over na te denken. Basisinkomen voor iedereen? Voldoende geld, en zie maar hoe je je tijd zinvol benut? De altijd drukke Amerikaan en de overwerkte Zuid-Koreaan bleven op die vraag wel héél lang stil.
Het liefst tuurt Paul Bosvelt hele dagen naar zijn beeldscherm. Naar wedstrijdbeelden van vleugelverdedigers die bij hun club vooral invaller zijn, of spitsen op het derde niveau in Zweden. Voortdurend speurt de hoogste technische man bij Go Ahead Eagles zo de Europese voetbalcompetities af. Op zoek naar onontdekte talenten die in Deventer tot bloei kunnen komen.
Hij wil iets zien wat „triggert”, zegt Bosvelt, in zijn sober ingerichte kantoor, pal naast de hoofdingang van stadion De Adelaarshorst. Het kan van alles zijn: een pass, een schot, een loopactie. Op zijn computer bladert hij door een lange rij filmpjes. Het wordt Oscar Pettersson, de Zweedse buitenspeler die deze winterstop voor een paar ton overkwam van IFK Göteborg.
Op het filmpje verlegt Pettersson, dan nog bij Göteborg, rechts vanaf de middenlijn met een strakke diagonale pass het spel. „Hier zie je dat hij overzicht heeft”, analyseert Bosvelt. „Hij gaat niet blind de actie aan. En hier: hij sluit meteen aan.” Met zijn muis volgt hij hoe de Zweed een lange sprint inzet, en kort daarop voor het doel opduikt om de voorzet binnen te tikken.
Ruim zeven jaar is Bosvelt (55) nu eindverantwoordelijk voor het transferbeleid van Go Ahead, de club waar hij zelf als voetballer in 1989 zijn profloopbaan begon. Toen hij werd aangesteld, bevonden de Eagles zich in de schemerzone tussen eerste en Eredivisie. Soms op hoogste niveau actief, maar vaak ook niet.
De afgelopen jaren maakte Go Ahead een spectaculaire ontwikkeling door: inmiddels vier seizoenen onafgebroken in de Eredivisie, met telkens betere resultaten. Dit seizoen lonkt de vijfde plek en misschien wel opnieuw Europees voetbal, net als begin dit seizoen. In de KNVB-beker staat Go Ahead in de finale, iets wat in het 123-jarig bestaan slechts één keer eerder lukte. De tegenstander, deze maandag in de Kuip, is AZ.
De Adelaarshorst in Deventer hoort tot de laatste Nederlandse voetbalstadions die gelegen zijn in een woonwijk. Foto Eric Brinkhorst
Onzichtbare potentie
Die stijgende lijn is nauwelijks los te zien van het transferbeleid bij de club. Ondanks een van de kleinste begrotingen (rond de 14 miljoen, pakweg een tiende van Ajax) in de Eredivisie slaagt Go Ahead er al enkele jaren in verrassend talentvolle spelers aan te trekken, dikwijls voor (bijna) niets. Het is alsof de scouts in Deventer bij sommige spelers potentie zien die onzichtbaar is voor de concurrentie.
Neem de IJslandse Willum Willumsson, de vorige twee seizoenen (gedeeld) clubtopscorer. Hij was in de zomer van 2022 al „bij twintig clubs neergelegd” toen Go Ahead de kans kreeg, zegt Bosvelt. Op video’s zag Bosvelt een spits die ondanks zijn lengte technisch is. „Gemakkelijk schieten, sterk linkerbeen, creatief.” Willumsson kwam voor anderhalve ton, en ging twee jaar later voor 4 miljoen euro naar Birmingham City FC.
Of Oliver Edvardsen, de Noorse buitenspeler die voor een paar ton werd aangetrokken. Dit seizoen stond hij na veertien wedstrijden al op acht doelpunten en vier assists, waarna Ajax hem in de winter overnam, voor naar verluidt 3 miljoen euro. En eerder Isac Lidberg, in 2021 gevonden op het derde niveau in Zweden. Inmiddels bij SV Darmstadt één van de trefzekerste spelers in de Tweede Bundesliga.
Telkens als een speler vertrekt, is het aan Bosvelt om een vervanger klaar te hebben. Tegenover nieuwe aanwinsten is hij duidelijk: geen langjarige miljoenencontracten. Wie hier komt voetballen, moet na twee tot drie seizoenen klaar zijn voor een transfer hogerop. „We zijn hier niet op zoek naar de nieuwe ‘Mister Go Ahead’”, glimlacht Bosvelt terwijl hij met een duim over zijn schouder wijst. „Daar hangt het museum hierachter al vol mee.”
Ook in de straten rondom de Vetkampstraat, waaraan het stadion ligt, wordt met spanning afgeteld naar maandag. Aan de gevels en voordeuren van vrijwel ieder huis is een verwijzing naar Go Ahead Eagles te zien. Foto Eric Brinkhorst
Laptops dankzij Beukema
Het huidige succes volgt op de koerswijziging die begin 2019 werd ingezet. In dat jaar komt Go Ahead voor de meerderheid in handen van Alex Kroes, een voormalig spelersmakelaar en tegenwoordig technisch directeur bij Ajax. Kroes wil de club runnen als „een bedrijf”, dat „door groei meer waard wordt”. Niet als het speeltje van een rijke geldschieter die elk seizoen de begroting dicht en spelers aantrekt.
Kroes introduceert een tienjarenplan, mede opgesteld door Bosvelt en algemeen directeur Jan Willem van Dop. Een ongewoon lange termijn in de ongeduldige voetbalwereld, zegt Van Dop daar nu over. De directeur ontvangt in een bescheiden kantoor („dit was vroeger een schoolgebouw”), met parafernalia in de clubkleuren aan de wanden.
De promotie in 2021 komt voor Go Ahead in zekere zin als een verrassing: pas op de laatste speeldag, acht minuten voor tijd, wordt de tweede plek veiliggesteld. Die zomer volgen de twee grootste uitgaande transfers in jaren: doelman Jay Gorter (Ajax) en verdediger Sam Beukema (AZ).
Van de opbrengst van Beukema is tweederde geïnvesteerd in de club, zoals een grondige verbouwing en door iedereen van nieuwe laptops te voorzien, vertelt Van Dop. „Dat was hard nodig ook, we zaten hier nog met oude computers.” Bosvelt krijgt de beschikking over een datascout, die hem helpt bij de zoektocht naar nieuw talent en het beoordelen van spelers die in transferperiodes bij Go Ahead worden aangeboden.
Het scheelt de andere scouts „echt heel veel werk”, zegt Bosvelt. Neem afgelopen zomer, toen zaakwaarnemers opgeteld zo’n 2.500 spelers in Deventer aanboden. De club kan die snel beoordelen met grote hoeveelheden data van externe leveranciers, die de acties van alle spelers bijhouden. Met diezelfde gegevens kan de datascout ook tientallen competities tegelijk afspeuren naar talent.
Soms valt een speler af om financiële redenen. „Spelers uit Duitsland? Onhaalbaar binnen ons budget”, zegt Bosvelt. Het verklaart deels zijn focus op Scandinavië, waar de transfersommen lager liggen. Belangrijker nog is de sportieve analyse. Past een speler in het profiel van spelers die de club op dat moment zoekt? Is er iets wat hem bijzonder maakt? Op die manier valt meer dan de helft van alle aangeboden spelers vaak al af, zegt Bosvelt.
Lees ook
Vrijwel niemand in Europa laat anderen zo vaak scoren als Go Ahead-speler Oliver Antman
Zo’n datascout is niet uniek, vrijwel elke club heeft ze. Maar hóe die kijkt, bepaalt het succes ervan. Cijfers over passing richting de goal van de tegenstander zeggen meer dan breedtepasses. En kijk je naar hoe goed een speler dribbelt, of hoe goed hij dribbelt wanneer de ruimtes klein zijn? „Dat laatste vertelt me meer”, zegt Bosvelt. „Op die manier probeer je het net anders te doen dan de rest.”
Ook de volgende schifting vindt aan het bureau plaats, door de overgebleven spelers in detail te bekijken. Via fragmenten op de computer, soms urenlang, om te zien of de „trigger” die uit de cijfers kwam ook op het veld is terug te zien. Pas als allerlaatst kijkt de scout ook in het stadion, om spelers in het echt te zien. Tegen die tijd is volgens Bosvelt al zo’n 95 procent van alle aangedragen spelers afgevallen.
Onder technisch directeur Paul Bosvelt wist Go Ahead Eagles zich op te werken tot subtopper in de Eredivisie – en bovendien bekerfinalist. Foto Eric Brinkhorst
Meer risico
Veel van die aanpak is elke transferperiode hetzelfde, al is Go Ahead in de loop der tijd iets minder behoudend geworden. Met de komst van de vorig jaar overleden zakenman Kees Vierhouten als eigenaar, in augustus 2022, besluit de club iets meer risico te nemen, zegt Van Dop. Niet onverantwoord, maar iets minder „zuinig” dan onder Kroes. Bosvelt krijgt ruimte om bescheiden transferbedragen te betalen, tot ongeveer twee ton. Dat maakt het mogelijk om grotere talenten aan te trekken.
Door het sportieve succes sindsdien, en de inkomsten uit transfers, neemt ook de ruimte om zulke investeringen te doen toe. Dit seizoen betaalde Go Ahead voor het eerst in de clubgeschiedenis meer dan een miljoen voor een speler, voor de Finse rechtsbuiten Oliver Antman uit Finland. Een aankoop die meteen rendeert, nu Antman in zijn eerste seizoen is uitgegroeid tot één van de productiefste aangevers in Europa, met veertien assists.
Voor hen is de bekerfinale waarschijnlijk meer dan waar ze vooraf op gehoopt hadden. Een kans op de eerste grote prijs in hun loopbaan, de eerste grote prijs voor Go Ahead sinds de invoering van het profvoetbal. Ruim een week voor de wedstrijd kleuren de straten rond het stadion in Deventer al rood-geel, en neemt ook bij Van Dop de spanning voorzichtig toe. De speciaal ontworpen supporterssjaal voor de bekerfinale hangt al aan zijn kapstok.
Bij Paul Bosvelt op kantoor herinnert een tekening van zijn oudste dochter (een vaas met rood-gele bloemen, „wij gaan naar de Kuip”) aan de finale. Maar het is niet alsof hij er de hele dag mee bezig is, zegt Bosvelt. In zijn achterhoofd werkt hij al aan de selectie van volgend seizoen: de competities in Noord-Europa, waar hij zo veel talenten vindt, zijn net weer begonnen. Op het eigen platform voor zaakwaarnemers heeft de club al een verlanglijstje klaar staan. Een spits en een spelmaker, onder meer, net als twee centrale verdedigers.
De hele nacht ligt zijn lijk op het Onafhankelijkheidsplein, midden in Paramaribo. Een man in een groen hemd en grijze broek, een schotwond in zijn achterhoofd. Het is politie-inspecteur Herman Gooding, de bekendste narcotica-rechercheur van Suriname. Hij is in de nacht van 4 op 5 augustus 1990 door onbekenden doodgeschoten.
Duizenden Surinamers gaan in de dagen erna de straat op. Ze bonken op de deuren van het parlementsgebouw, scanderen ‘wi no wan moro’ (‘we willen het niet langer’). De moord, een van de meest geruchtmakende in de recente Surinaamse geschiedenis, volgt op een reeks andere gruweldaden. In 1982 zijn vijftien tegenstanders van legerleider Desi Bouterse gedood, de Decembermoorden. In 1986 zijn 39 burgers vermoord in het Marrondorp Moiwana, voornamelijk vrouwen en kinderen. Begin 1990 nog zijn vier inheemse jongeren verdwenen na door de militaire politie te zijn opgepakt. Moeders demonstreerden maandenlang voor het parlementsgebouw om opheldering te krijgen – tevergeefs.
Rechercheur Herman Gooding, 47 jaar, onderzocht als coördinator van de afdeling bijzondere delicten het bloedbad in Moiwana. Ook leidde hij grote drugsonderzoeken.
Desi Bouterse, vorig jaar overleden, werd in 2000 in Nederland bij verstek veroordeeld tot elf jaar cel wegens cocaïnesmokkel, en kreeg eind 2023 twintig jaar voor de Decembermoorden. Maar voor ‘Moiwana’ is nooit iemand vervolgd, noch voor de verdwijning van de vier jongeren – volgens binnenlandbewoners werden zij omgebracht met kettingzagen. Ook de moord op Herman Gooding bleef altijd onopgelost. Het onderzoek in zijn zaak stuitte op „een blinde muur”, aldus de toenmalige minister van Justitie.
Mogelijk komt daar verandering in. Een cold case-team in Suriname heeft het onderzoek naar de moord op Gooding ruim een jaar geleden heropend. Dat gebeurde nadat een van zijn dochters een open brief had gestuurd aan de Surinaamse president Chan Santokhi, voormalig politiechef en destijds naaste collega van Gooding. Met dit onderzoek staat Suriname – kort voor de verkiezingen van 25 mei – voor de vraag of het opnieuw de confrontatie met het verleden aan wil gaan.
In dit artikel reconstrueert NRC de moord op de rechercheur. Ten minste tien naar Nederland gevluchte Surinamers legden in 1990 verklaringen af over de moord – vastgelegd in een vertrouwelijke rapportage in bezit van NRC (zie kader). Verder sprak NRC de weduwe van Herman Gooding, twee van zijn dochters en drie naar Nederland uitgeweken oud-rechercheurs die nauw met hem samenwerkten. De getuigenissen wijzen in de richting van hoge militairen, die in de jaren na de moord sleutelposities bekleedden in het Surinaamse staatsappraat – in een enkel geval tot op de dag van vandaag.
Vakantie in Nederland
Herman Gooding was in 1964 als 21-jarige in dienst getreden van de politie, waar hij zich geliefd maakte door zijn onverschrokkenheid. Al waren er ook die vreesden dat hij te veel oprakelde met zijn onderzoeken.
Een jaar voor zijn dood, in augustus 1989, praat Gooding tijdens een vakantie in Nederland over de precaire situatie waarin hij zich dan al bevindt. In Suriname loopt de spanning hoog op tussen de burgerregering van president Ramsewak Shankar en de militaire top onder leiding van Bouterse, die het na een coup in 1980 acht jaar lang voor het zeggen had gehad. Aan een bevriende Nederlandse ambtenaar, die zijn verhaal optekent, vertelt Gooding dat hij door de legertop wordt bedreigd. Zijn huis wordt permanent door vier politiemensen bewaakt.
Gooding had vooruitgang geboekt in het onderzoek naar de 39 moorden in Moiwana. Bij het verhoren van enkele arrestanten, onder wie een militair, waren namen van betrokkenen naar voren gekomen. Dit leidde tot een reactie van de militaire top, die de aangehouden militair begin 1989 liet bevrijden uit zijn cel.
Het huis van Gooding wordt permanent door vier politiemensen bewaakt
Een afschrift van het proces-verbaal van de verhoren door Gooding is naar legerleider Bouterse gegaan. Sindsdien nemen de bedreigingen toe. „Gooding wordt meegedeeld dat hij moet oppassen, daar de militairen iets van plan zijn tegen zijn persoon”, staat in het relaas. Gooding besluit het Moiwana-onderzoek „op een laag pitje” te zetten.
Niet veel later krijgt hij „twee waarschuwingen dat hij nummer 1 staat bij de BVD om gedood te worden”. ‘BVD’ was de naam waarmee velen in Suriname destijds de Centrale Inlichtingendienst (CID) aanduidden. Deze dienst, vertelt Gooding aan de Nederlandse ambtenaar, zet veelal criminele burgers in om „diverse vuile zaken” op te knappen.
Gooding vertelt met naam en toenaam door welke militairen hij wordt bedreigd: Rupert Christopher (hoofd van de CID), Melvin Linscheer (functionaris bij de CID) en commandant van de militaire politie Iwan Graanoogst. Gooding vraagt de ambtenaar zijn best te doen om zijn gezin naar Nederland te laten komen als hem iets overkomt.
Discotheek
Het geweld tegen politie en justitie houdt aan als Gooding is teruggekeerd in Suriname. Op 8 december wordt brand gesticht in het Kantongerecht. Vanaf eind december worden politiebureaus beschoten.
In de nacht van 3 op 4 augustus 1990 is er in een discotheek in Paramaribo een incident tussen een militair en een rechercheur, Goodings collega Cyril Harkisoon. De militair zou handtastelijk zijn geworden tegen Harkisoon, waarna hij werd overgebracht naar politiebureau Nieuwe Haven. De kwestie escaleert als de militair, zo is de lezing van de politie, enkele agenten met zijn pistool bedreigt en vervolgens zelf door een agent in zijn been wordt geschoten.
Die zaterdagochtend verschijnt het hoofd van de recherche van de militaire politie op het politiebureau om het wapen van de gewonde militair op te eisen. Gooding weigert het over te dragen. De bewuste militair is intussen door militairen overgebracht van een burgerziekenhuis naar het militair hospitaal.
De ruzie loopt op als Gooding rond 12 uur een telefoontje krijgt van de ondercommandant van de militaire politie, Cliff Ganpat. Rechercheur Hendrik Jasadirana is getuige van dit gesprek, dat ook voorkomt in de vertrouwelijke rapportage over de getuigenissen van naar Nederland gevluchte Surinamers. Ganpat eist dat de politieman die op de militair heeft geschoten wordt vastgezet. Gooding zegt dat daar geen gronden voor zijn. „Vanaf vanmorgen bent u al bezig met bedreigingen”, zegt Gooding volgens de rapportage. „Ik zoek geen ruzie, maar ga er ook niet voor uit de weg. Ik ben niet bang voor u.”
Tegen 15 uur rijdt Gooding volgens afspraak naar het bureau van de militaire politie om stukken over het incident aan Ganpat te overhandigen. Cyril Harkisoon vergezelt hem. Het onderhoud verloopt zakelijk, maar eindigt abrupt als Ganpat een telefoontje krijgt van Melvin Linscheer van de CID.
„Zeg aan Baas dat ik onderweg ben”, zegt Ganpat tegen hem, zo hoort Harkisoon. Met ‘Baas’, weet iedereen in Suriname, wordt Desi Bouterse bedoeld. Melvin Linscheer mailt desgevraagd zich niet te herinneren of hij Ganpat die dag heeft gesproken.
Na het gesprek vertrekt Gooding in zijn witte Isuzu (een politie-pick-up) naar Lelydorp, vertelt Cyril Harkisoon aan NRC. Gooding is de rest van die zaterdag vrij en gaat uit met een vriendin. In de vertrouwelijke rapportage staat zijn outfit beschreven: groen overhemd met lange mouwen, grijze broek met blauwe motieven, een halssnoer met gekleurde kralen.
Harkisoon wordt thuis door Ganpat gebeld dat hij opnieuw naar de militaire politie moet komen. „Hij zei dat Gooding al onderweg was. Toen gingen bij mij alle alarmbellen af. Ik wist dat hij loog.” Harkisoon hoort ook dat „gewapende mannen” op politiebureau Nieuwe Haven naar hem op zoek zijn.
De gebeurtenissen raken in een stroomversnelling. Militairen duiken op bij het huis van de agent die op de militair heeft geschoten. Militairen omsingelen politiebureau Geyersvlijt in Paramaribo waar een lichtgekleurde politie-pickup geparkeerd staat – ze lijken te denken dat Gooding zich daar bevindt. Met AK’s gewapende leden van de militaire politie eisen rond 20.00 uur dat Gooding naar buiten komt. Ze vertrekken als een dienstdoende inspecteur het hoofdkwartier van de militaire politie inlicht dat Gooding er niet is.
Omstreeks 22.00 uur wordt een witte politieauto door militairen klemgereden op de weg tussen Lelydorp en Paramaribo. De inzittenden, een brigadier en een agent, worden vastgezet. Hun wordt gezegd dat die avond vanuit een witte auto op een militair voertuig is geschoten.
Tegen middernacht rijdt Herman Gooding nietsvermoedend met zijn vriendin van Lelydorp terug naar Paramaribo. Onderweg hoort hij wat er allemaal aan de hand is, en dat militairen twee politiemensen hebben vastgezet. Op politiebureau Keizerstraat, in het centrum van Paramaribo, belt hij Ganpat. Aanwezigen horen hem zeggen: „Dit kan toch niet, wat gebeurt er in dit land?”
Kort na dit gesprek wordt Gooding opnieuw aan de telefoon geroepen. Aan het eind van dit gesprek zegt hij: „Oké, dan kom ik gelijk naar u toe.” Vermoedelijk, zo denken zijn oud-collega’s, wilde hij overleggen over de aanhouding van de agenten. Ze zijn ervan overtuigd dat die bedoeld was om Gooding naar het hoofdkwartier van de militaire politie te lokken.
Gooding vraagt een brigadier met hem mee te gaan. Ze vertrekken direct, met in de auto ook nog steeds de vriendin.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Oud-politieman Roy Kogeldans.” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Oud-politieman Roy Kogeldans.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/04/18100923/data130677563-746d57.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-11.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-9.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-10.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-11.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-12.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/sUrLkTGEk0j4V0MGBZzxfab2bwA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/04/18100923/data130677563-746d57.jpg 1920w”>Oud-politieman Roy Kogeldans.
<figure aria-labelledby="figcaption-2" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Oud-politieman Hendrik Jasadirana.” data-figure-id=”2″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Oud-politieman Hendrik Jasadirana.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-4.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/04/18100933/data130677632-f2d677.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-19.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-17.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-18.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-19.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-20.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/PxwBD9shXxwxQH47tBN9O2QbB3I=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/04/18100933/data130677632-f2d677.jpg 1920w”>Oud-politieman Hendrik Jasadirana.
Foto’s Mona van den Berg
‘Jullie zijn gek geworden’
De militaire politie is gehuisvest in een oud koloniaal gebouw in Paramaribo, pal naast het militaire hoofdkwartier Fort Zeelandia. Na aankomst moet Gooding zijn wapen afgeven. Protest helpt niet. De meegereden brigadier („geef hier dat strontwapen”, krijgt hij toegebeten) moet ook z’n portofoon afgeven. De sfeer is vijandig.
Terwijl Gooding in het kantoor van ondercommandant Ganpat is, zitten de brigadier en de vriendin van Gooding in een wachtruimte. Ze krijgen te horen dat „het langer gaat duren” en de deur gaat op slot. De vriendin hoort, door de muur heen, dat Gooding op zeker moment roept: „Jullie zijn gek geworden.” Na een half uur worden Gooding, de vriendin en de brigadier gemaand te vertrekken. De vriendin ziet Ganpat op de gang met een glas whisky in de hand en hoort hem zeggen dat hij later „niet meer bereikbaar is”. De wapens worden teruggegeven. De portofoon niet, die zou zijn zoekgeraakt.
Het moet inmiddels na 01.00 uur zijn geweest. Vanaf de uitrit van het gebouw van de militaire politie slaat Gooding met de witte Isuzu-pick-up linksaf de Kleine Combéweg op. De brigadier zit op de achterbank, de vriendin voorin. Wat Gooding en zijn metgezellen verbaast, is dat er geen verkeer meer is op de weg. Toen ze een half uur eerder aankwamen was het nog tamelijk druk geweest met auto’s.
Daarna wil Gooding rechtsaf slaan, via het Onafhankelijkheidsplein richting de Lim A Po-straat, langs de Nederlandse ambassade. Maar er staat een militaire VW-combi dwars over de weg geplaatst. Op circa zestig meter van Fort Zeelandia, voor het gebouw van het kabinet van toenmalig legerleider Bouterse – waar nu het Surinaamse parlement is gehuisvest – staat een groep van vier à zes personen. Ze zijn gewapend en dragen burgerkleding.
Gooding stopt de pick-up en draait het raampje omlaag. „Wat voor stront is dit?”, vraagt hij een van de mannen, die zijn gezicht verborgen heeft achter een sjaal. In de vertrouwelijke rapportage wordt hij aangeduid als een „bekende van de BVD”, waarmee in de volksmond de inlichtingendienst wordt aangeduid. De brigadier en de vriendin geven later in een verhoor een signalement van de man.
Volgens de rapportage heeft een niet nader genoemde militair kort voor de aankomst van Gooding bij de militaire politie „medewerkers van de BVD voor een spoedopdracht thuis opgehaald”. De verantwoordelijke persoon van de inlichtingendienst die doorgaans met zulke groepen werkt, is Melvin Linscheer. Hiernaar gevraagd laat deze weten: „Ik denk niet dat er enige reden was om personeel van de BVD op te roepen voor een spoedopdracht. BVD was een civiele inlichtingendienst.”
Toenmalig officier van justitie Armand van der San, stelt op basis van verhoren destijds dat „de organisatie in handen was van Linscheer, de hele voorbereiding”. Volgens hem is er een verband met het eerdergenoemde overleg van Bouterse, Linscheer en Ganpat. „Dan komen er nieuwe opdrachten. Die kwamen van Bouterse”, aldus Van der San telefonisch vanuit Paramaribo.
„Laten we hopen dat hij deze zaken ook bij proces-verbaal heeft vastgelegd of onder ede verklaard bij de Surinaamse justitiële autoriteiten”, aldus Melvin Linscheer in een reactie aan NRC. „Dat is waar deze verklaringen thuis horen.”
Wapen op het dashboard
„Meneer Gooding, u moet uitstappen, we hebben u nodig”, zegt de BVD’er nadat Gooding met zijn pickup bij het Onafhankelijkheidsplein is gestopt. Gooding: „Wat is dit voor een onzin, ik ben net bij de leiding geweest.” De BVD’er richt zijn wapen op Gooding: „Daar hebben we niks mee te maken, direct uitstappen.” Het portier gaat open en Gooding wordt beetgepakt. Zijn wapen ligt op het dashboard, de vriendin schuift het in zijn richting. Terwijl Gooding uit de auto wordt getrokken gooit hij het wapen op de achterbank. De brigadier krijgt, onder dreiging van een wapen, opdracht uit te stappen, het stuur over te nemen en weg te rijden.
Dan gebeurt het. In de vertrouwelijke rapportage staat: „Terwijl Gooding liggend op straat wordt vastgehouden, schiet de burger-BVD’er hem dood. Als de brigadier en de vrouw vertrekken, horen ze twee schoten.”
De brigadier rijdt naar politiebureau Keizerstraat en slaat alarm. Daar is men zo bang, dat niemand durft te gaan kijken. De lampen in het bureau worden gedoofd.
Agenten treffen Goodings lichaam aan vlak voor het monument van de gevallenen
Om zes uur die ochtend komt een eerste telefonische melding binnen bij politiebureau Keizerstraat dat er een lijk ligt aan de Waterkant, niet ver van het kabinet van legerleider Bouterse. Enkele politieagenten die dan gaan kijken, treffen Goodings lichaam aan vlak voor het monument van de gevallenen, ongeveer tien meter van de plek waar hij uit de auto is getrokken. Een deel van zijn achterhoofd is weggeschoten, aan de andere zijde van de weg liggen stukjes van zijn kaakbot.
Gooding moet, zo staat in de rapportage, door één schot zijn gedood. Het wapen moet op minder dan tien centimeter van z’n hoofd zijn afgevuurd. Bij technisch onderzoek worden delen van hagelkorrels gevonden, waaruit wordt geconcludeerd dat een jachtgeweer is gebruikt.
Eerder die nacht hebben agenten op het portofoonnet van de politie enkele opvallende uitlatingen gehoord – die overduidelijk niet afkomstig waren van politieagenten. Ook rechercheur Roy Kogeldans, die geen dienst heeft en op een feestje is, vangt het bericht op. Een onbekende stem zegt: „POG, POG, hier president Shankar”. POG is de afkorting voor Politie Ondersteuningsgroep, ofwel het arrestatieteam van de politie. Het lijkt een pesterij. En vervolgens klinkt het in het Surinaams: „Wan foe den e trim k’ba”, wat betekent: „Een van hen is al aan het trimmen.” Kogeldans: „Daarmee werd bedoeld dat Gooding de pijp uit was.”
Het kan volgens Kogeldans niet anders dan dat voor die mededeling de ‘zoekgeraakte’ politieportofoon van de brigadier is gebruikt, die hij bij de militaire politie moest inleveren. Kogeldans zelf kreeg die nacht van een collega de waarschuwing niet naar huis te komen, omdat daar militairen waren. „Er moesten drie politieofficieren worden vermoord.” Uit kringen van leger en inlichtingendienst kregen hij en Harkisoon informatie dat hiervoor plannen bestonden, zo zeggen ze.
‘Vertel dit aan niemand’
Die nacht wordt ook politiebureau Nieuwe Haven zwaar onder vuur genomen. De schoten zijn zo luid, dat Goodings echtgenote Marie Gooding-Wolfjager wakker schrikt. Ze was er al niet gerust op na de drie keer dat ondercommandant Ganpat van de militaire politie haar die avond had gebeld om naar haar man te vragen. „Ik heb mijn zoon Roy wakker gemaakt en gezegd dat we tot vijf uur zouden wachten”, vertelt ze. „Toen belde iemand me die zei dat iemand aan de Waterkant lag. Hij zei te vermoeden dat het Herman was.” Met haar zoon neemt ze een taxi naar bureau Keizerstraat en rent met hem naar de Waterkant. „We stopten toen ik een wit laken zag. Ik tilde het op en zag dat het Herman was. Hij lag op zijn gezicht. Ik zag z’n hersens op het asfalt. Ik zei tegen hem: ‘Dit heb je me verteld’.”
De brigadier en de agent die de avond tevoren zijn opgepakt door de militaire politie, komen die dag weer vrij. Ondercommandant Ganpat laat weten dat in het militaire voertuig geen kogelgaten zijn aangetroffen, zo staat in de vertrouwelijke rapportage.
Enkele weken na de uitvaart van Herman Gooding spreekt zijn dochter Sharon in Paramaribo twee BVD-burgers. Ze kennen elkaar. Sharon Gooding: „Een van hen zegt: ‘Vertel dit aan niemand door. Linscheer heeft de opdracht gehad om Herman te liquideren’.”
Foto van Herman Gooding in de handen van zijn dochter Sharon.Foto Mona van den Berg
In reactie laat Linscheer aan NRC weten dat „er voorzover mij bekend geen enkel probleem was met wijlen de heer Gooding met ondergetekende en of de legerleiding welke aanleiding zou kunnen zijn tot het geven van een opdracht hem te liquideren”. Hij spreekt ook tegen dat hij Gooding zou hebben bedreigd, zoals die in 1989 liet optekenen door een Nederlandse ambtenaar. Linscheer: „Ik denk niet dat er enige aanleiding of een belang was om de heer Gooding te bedreigen.”
De conclusie van de vertrouwelijke rapportage luidt dat het „nagenoeg zeker” is dat de Surinaamse inlichtingendienst „van Christopher en Linscheer daadwerkelijk betrokken is geweest bij de dood van Gooding”.
Rupert Christopher maakte in 2007 op 51-jarige leeftijd een eind aan zijn leven. Melvin Linscheer was van 2010 tot 2016 de hoogste man van de Nationale Veiligheid onder Desi Bouterse. In 2020 is hij benoemd tot veiligheidsadviseur van de huidige president Chan Santokhi – tot verbazing van velen, gezien zijn reputatie van ‘beul van het binnenland’. „Ik heb een rein geweten”, zei Linscheer in 1997 tegen NRC, tijdens een receptie in het presidentieel paleis in Paramaribo voor de viering van de onafhankelijkheid, „en de man hierboven kan ik recht in de ogen zien”.
Het voorarrest van Vito Shukrula, de voormalige advocaat van topcrimineel Ridouan Taghi, wordt met zestig dagen verlengd. Dat meldt de raadkamer van de rechtbank Amsterdam vrijdag. De advocaat zit vast op verdenking van deelname aan de criminele organisatie van Ridouan Taghi.
Shukrula bevindt zich momenteel in beperkingen en mag dus alleen maar contact hebben met zijn advocaat. De raadkamer mag de voorlopige hechtenis van Vito Shukrula met maximaal negentig dagen verlengen, daarna moet een openbare zitting plaatsvinden.
De 36-jarige strafrechtadvocaat werd vorige week gearresteerd na een bezoek aan zijn cliënt in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught. Hij was sinds eind november, samen met Carlo Crince le Roy en later Sultan Kat, advocaat van Taghi. In december begon er echter al een strafrechtelijk onderzoek naar Shukrula. Het Openbaar Ministerie liet na zijn arrestatie weten dat de Veiligheidsdienst had gemeld dat „de advocaat berichten van zijn cliënt naar buiten doorgeeft aan personen uit het criminele netwerk van T.”
Derde keer
Het is inmiddels de derde advocaat van Taghi die is opgepakt sinds het begin van het Marengo-proces. In 2023 werd Youssef T., de neef van Taghi en toentertijd ook zijn advocaat, veroordeeld voor het doorspelen van berichten tussen de zwaarbewaakte crimineel en de buitenwereld. In zijn voetstappen trad Inez Weski, tegen wie momenteel nog een strafrechtelijke procedure speelt voor dezelfde verdenkingen.
Afgelopen woensdag lieten Le Roy en Kat weten de verdediging van Taghi neer te leggen. Daarmee zit Taghi opnieuw zonder juridische bijstand in de liquidatiezaak. Het gerechtshof Amsterdam wil op de volgende zitting, begin juni, de advocatenkwestie van Taghi bespreken, schrijft persbureau ANP.